CDA:

Afwijken van het bestemmingplan is wettelijk mogelijk. Maar dit gaat niet lichtzinnig. Wie van een bestemmingsplan wil afwijken moet heel goed aangeven waarom hij of zij wil afwijken en wat daarvan de gevolgen zijn, bijvoorbeeld op het gebied van parkeren, geluid en luchtkwaliteit. Al die argumenten worden opgeschreven in een zogenaamde ruimtelijke onderbouwing. Dit document ligt ten grondslag aan een vergunning voor een bestemmingsplanwijziging. Uiteraard kunnen burgers in een zienswijze aangeven wat ze van de bestemmingsplanwijzigingen vinden. Of tegen een bestemmingsplanwijziging in bezwaar gaan. In elke gemeente wordt wel een aantal malen per jaar door middel van een vergunning afgeweken van het bestemmingsplan, ook in Voorschoten.

D66:

Bestemmingsplannen moeten in goed overleg met belanghebbenden, vooral omwonenden, opgesteld worden. Dat staat in de wet. Ook een uitzondering moet dus altijd in goed overleg gebeuren, zodat alle belangen goed moeten worden afgewogen. De bestaande wettelijke criteria moeten hierbij zorgvuldig worden nageleefd.

GROENLINKS:

Er zijn goede wettelijke regels voor de mogelijkheid om – al dan niet tijdelijk – ontheffing te verkrijgen van het bestemmingsplan. Daar zal de lokale overheid zich steeds aan moeten houden.

ONS VOORSCHOTEN:

Het is een beetje technisch verhaal, maar er zijn in feite drie situaties te benoemen.
Binnenplans

In het bestemmingsplan zijn meestal specifieke regels opgenomen waarin situaties en voorwaarden beschreven zijn waarin/waaronder een afwijking van het bestemmingsplan toegestaan kan worden. (de zgn. binnenplanse afwijkingsmogelijkheden)

Kruimelgevallen

Artikel 4 van bijlage II van het Besluit omgevingsrecht (Bor) geeft een aantal categorieën van gevallen waarin afwijken van het bestemmingsplan vergund kan worden volgens de reguliere voorbereidingsprocedure (de zgn. kruimelgevallen).

Daaropvolgend is een nadere invulling van een aantal kruimelgevallen vormgegeven in het “Kruimelgevallenbeleid Voorschoten 2015”. Hierin zijn hele concrete kenmerken gegeven voor bijvoorbeeld bijgebouwen. Als een bouwplan in strijd is met het bestemmingsplan maar wel voldoet aan de kenmerken uit het kruimelgevallenbeleid wordt de afwijking toegestaan (vergund).

Grote planologische afwijking

Als een strijdigheid met een bestemmingsplan niet binnenplans of als kruimelgeval kan worden opgelost is er nog een derde mogelijkheid die ook wel ‘de grote planologische afwijking’ wordt genoemd. In deze gevallen moet met een zgn. Goede Ruimtelijke Onderbouwing worden aangetoond dat het project niet in strijd is met een goede ruimtelijke ordening. Voor deze projecten moet vaak ook de gemeenteraad een Verklaring van geen bedenkingen geven.

PVDA:

Elk bouwplan of project behoort te passen binnen de regels van het bestemmingsplan. Vaste criteria om af te wijken zijn niet wenselijk omdat je dan van te voren al aangeeft DAT het onder die en die condities toegestaan is om af te wijken. Enige flexibiliteit is altijd wenselijk, maar die betreffen dan de zogenaamde ‘kruimelafwijkingen’ die individueel moeten worden beoordeeld. Een vereiste is daarbij dat de politiek verantwoordelijken hier in volledige transparantie over beslissen, waardoor iedereen in staat is te beoordelen wat de argumenten zijn voor deze ‘kruimelafwijking’. 

SP:

Zie het antwoord bij 2. De SP vindt de bestemmingsplanprocedure erg belangrijk. Vaste criteria voor het afwijken van de procedure lijken ons niet de oplossing. Het bestemmingsplan moet gewoon leidend zijn, en voor afwijkingen is er een zware wettelijke procedure met goed geregelde inspraak. Ook dienen bij afwijkingen de belanghebbenden (dus ook de omwonenden) altijd op tijd en actief geïnformeerd te worden.

VVD:

Als iemand wil afwijken van het bestemmingsplan dan moet daar een heldere procedure voor gevolgd worden waarbij iedere betrokkene gehoord kan worden en zo een juiste afweging gemaakt wordt of en zo ja hoe er afgeweken wordt van het bestemmingsplan specifiek voor een bepaalde situatie zonder precedenten te wekken.

Back To Top