Van 9 februari tot en met 19 mei 2019 gaat Museum Voorschoten terug naar een Voorschoten dat al lang geleden verdween. Veeteelt, akkerbouw, bollencultuur en tuinbouw domineerden het aanzien van Voorschoten. Met foto's, kaarten en teksten laat het museum deze tijd herleven.

Een eeuw geleden was 30% van de Voorschotenaren werkzaam in de landbouw. Halverwege deze eeuw (rond 1950) was dat gedaald naar 16%, voornamelijk doordat de bevolking sterk groeide en Voorschoten veranderde van boerendorp in forensengemeente.

De meeste boeren hadden vee, maar ook akkerbouw met veeteelt was gewoon. Meestal werd op gemengde boerderijen voedergewas voor het vee geteeld, zoals gras voor hooi, bieten, wortelen en aardappelen. Ook fruit ging deels op als veevoer.

Doordat de bollenteelt goed geld opbracht rond Sassenheim en Hillegom, waagden Voorschotense boeren met zandgrond zich rond 1870 ook aan bloembollen. In 1875 werd een eerste bloembollenveiling in het dorp gehouden, met vooral tulpen en lelies. Een paar jaar later kwam er een eigen afdeling van de Koninklijke Algemeene Vereniging voor Bloembollencultuur in Voorschoten.

In de tentoonstelling is ook aandacht voor diverse tuindersbedrijven waar groenten gekweekt werden van de koude grond of onder glas. Vooral de bloemkool en komkommer deden het goed. Met de veilingschuit bracht de Koning van Veur zijn waren van de landerijen rond De Knip naar de Coöperatieve Tuinbouwveiling in Leidschendam.  

Het museum is open op woensdag, zaterdag en zondag van 12:00 uur tot 17:00 uur. De toegangsprijs is € 4,00. Voor Vrienden van het museum is de toegang gratis. Meer informatie is te vinden op de website van het museum: www.museumvoorschoten.nl

Back To Top