Voorschoten – Zaterdagmiddag 7 november verliep het klassiek concert van het Linus pianokwartet (Irina Simon-Renes, viool; Esra Pahlivanti, altviool; Joachim Eijlander, cello en Anastasia Safonova, piano) geheel succesvol. De musici speelden werken van Bach, Schubert-Liszt, Schumann en Fauré.De 10-jarige Andrej zorgde voor een verrassing.

Al bij aanvang van het concert speelde Andrej. Hij is de zoon van de pianiste, cello (Vito van Popper) en werd door zijn moeder gedurende 5 minuten begeleid. Het was een bijzonder uitdagend virtuoos stuk zeker voor een tienjarig kind.

Daarna vervolgde Joachim Eijlander eerst het programma solo met een bekende cellosuite Nr 5 BWV 1011 van Bach en daarna 4 Two part inventions BWV 772 van Bach begeleid door de violiste van het Kwartet. De werken van Bach zijn altijd weer een uitdaging voor een cellist. Latent contrapunt, fraseringsvarianten, accentverschuivingen, articulatieproblemen – waarvoor ziet de solist zich al niet geplaatst? 

Kenmerkend voor het spel zijn ritmische vrijheden, met name in de langzame delen. Soms zijn die echter dermate stoutmoedig dat de luisteraar in metrisch opzicht het spoor bijster dreigt te raken. Ook karakteristiek was de uiterste zorg waarmee Eijlander de slotnoten van de muzikale frasen ‘neervlijt’, heel gevoelig, zuiver en sonoor.

Daarna speelde Safonova  sonate nr.4 op.30 van Aleksandr Scriabin en 2 Schubert-Liszt bewerkingen "Gretchen am Spinnrade" en "Der Erlkong"  solo en daarna met de altvioliste, Adagio and Allegro op.70 van Schumann. Het laatste is een van de moeilijkste (pianistisch) werken in de pianoliteratuur.

Hun overrompelende spel in Duivenvoorde deed menigeen naar lucht happen vanwege de ongehoorde virtuositeit. Solide, schijnbaar wars van zenuwen speelden zij met het hun kenmerkende technische gemak. Vingeratletiek en een ontroerende zeggingskracht bleken zowel bij de pianiste als bij de altiste in elkaars verlengde te liggen.

Na de pauze speelde het complete Kwartet het piano quartet No 1 op. 15 in c mino van Fauré. De klank van het kwartet was aangenaam transparant en toch groots en dramatisch waar de partituur dat vraagt. Fauré buit het grote dynamische scala dat een pianokwartet tot zijn beschikking had in deze werken ten volle uit, zodat op sommige momenten de indruk ontstond dat je naar een compleet orkest luisterde. Een aanhoudend applaus van de toehoorders volgde bij de traditionele bloemenhulde. 

Als dank speelden de musici een toegift te weten Liebesliedchen van Richard Strauss. Zo kwam er een einde aan dit mooie Herfstmiddagconcert in Duivenvoorde.

 

Back To Top