Woensdagavond was de nieuwjaarsreceptie van de gemeente Voorschoten. Hieronder de nieuwjaarstoespraak van burgemeester Pauline Bouvy – Koene.

Dames en heren,

Aan het eind van 2018 werd bekend dat de Voorschotense Paardendagen voorgedragen worden voor de lijst van immaterieel erfgoed van de UNESCO. Om dit te bereiken is door de besturen hard gewerkt van zowel de Paardenmarkt als de Kortebaandraverij. Het resultaat is beloond. 

Het is één van de hoogtepunten van 2018. Er waren er natuurlijk meer; de opening van de Odensehuiskamer, een aantal prachtige tentoonstellingen in ons museum en de Rendierenloop dwars door Voorschoten die voor de eerste keer werd gehouden en meteen een succes was! Maar ook de onthulling van het straatnaambordje Willem van der Polpad in herinnering.

Naast hoogtepunten zijn er ook dieptepunten; het veel te vroeg en onverwachte overlijden van Eveliene Schoenmakers - initiatiefneemster van de cultuurfabriek -, het uitblijven van een oplossing voor de  blijvende geluidshinder van de A4 omdat over de plaatsing van geluidsschermen nog geen overeenstemming is, de op momenten zeer slechte bereikbaarheid van Voorschoten aan de Leidse kant en de permanente slechte financiële positie van voorschoten waardoor investeren uitermate moeilijk is. 

Dames en heren,

2018 was een verkiezingsjaar met winnaars en verliezers. Een nieuwe politieke combinatie VVD, Groen Links en D66 heeft haar voornemens beschreven in het akkoord: “Duurzaam en vooruitstrevend”.  

Het punt van de mogelijkheid tot burgerparticipatie waarbij met inwoners kaders worden gesteld, is door alle Voorschotense partijen benoemd als heet hangijzer.

En de nieuwe gemeenteraad als totaal wil daarom  een andere aanpak. Niet meer reageren op een voorstel van het college maar aan de voorkant, nog voordat stand- of uitgangspunten zijn bepaald, kaders opstellen. En dit doen, samen met onze inwoners en andere stakeholders. 

Dat is in de praktijk lastiger dan het lijkt want veel kaders zijn ooit al door een gemeenteraad beredeneerd vastgesteld. Maar wanneer is iets echt nieuw? Wanneer vraagt een ontwikkeling om echt nieuwe kaders daar waar de juridische al bestaan? 

Een college beoordeelt aanvragen en verzoeken immers op basis van eerder vastgesteld beleid. De irritatie bij belanghebbenden ontstaat in de meeste gevallen op het moment dat kaders knellen of dat er inmiddels andere politieke of maatschappelijke wensen bestaan door voortgang in de tijd of veranderende omstandigheden. Deze eventuele irritatie wordt soms ook geframed als ‘verminderd vertrouwen’.

Dat vertrouwen in de politiek is, in de ogen van veel lokale en nationale politici tanende. Het was daarom des te interessant om de column van Sheila Sitalsing, u kunt haar ook kennen van haar columns in het programma Buitenhof of de Opzij, te lezen in de Volkskrant van 30 december jl. 

Sitalsing haalt in haar column Kim Putters aan, directeur van het Sociaal en Cultureel Planbureau die op basis van onderzoek vaststelt dat het allemaal zo’n vaart niet loopt. “Het vertrouwen in de politiek daalt niet ‘in rap tempo’. Het is al jaren onveranderlijk. Niet hoog, niet absurd laag, gewoon eigenlijk”. Beklijven, zo stelt Sitalsing, wil deze boodschap niet, de onzin over het vertrouwen ‘dat nog nooit zo laag is geweest’ blijft verkondigd worden. 

En toch….als ik naar de cijfers kijk in Voorschoten dan blijkt uit de laatste burgerpeiling dat het vertrouwen in ‘de lokale politiek’ is gedaald van 30 naar 14% terwijl het landelijk gemiddelde ligt op 34%. Er ligt hier in Voorschoten dus wel degelijke een uitdaging.

Paradoxaal genoeg zijn de opkomstcijfers bij verkiezingen bovengemiddeld hoog in Voorschoten. Ruim 63% terwijl het landelijke cijfer 55% is.

Eerder ging Kim Putters in zijn Dreeslezing van 2016 al in op het politiek en maatschappelijk vertrouwen van Nederlanders. Hij stelt daar onder andere dat Nederlanders geen uitgesproken fans zijn van representatieve of directe democratie maar wel graag willen dat hun belang gewogen wordt. Er zijn daarvoor heldere spelregels en een goede informatievoorziening vanuit de overheid nodig. 

Naast burgermacht pleit Putters ook voor een nieuwe tussenstructuur die burgers in staat stellen om met organisaties en overheden problemen op te lossen. Dat kan op verschillende manieren: digitaal, via fora maar ook gewoon in het Dorpshuis op de hoek. Zijn advies: maak een keuze tussen een meer ‘proactieve overheid’ of een meer reactieve overheid. Met Putters pleit ik voor het eerste terwijl ik er gelijke tijd van overtuigd ben dat  ‘de politiek’ koersvast moet zijn en moet handelen in het belang van alle inwoners van Voorschoten. Een dilemma dus tussen specifiek en algemeen belang.

Ik heb geprobeerd een verklaring te vinden voor het verminderd vertrouwen in Voorschoten. Natuurlijk heeft daar de verslechterde financiële positie van voorschoten mee te maken. De vraag was indertijd “hoe kan het dat er 75 miljoen euro is geïnvesteerd waar geen structurele inkomsten tegenover hebben gestaan? Wat hebben die politici daar in het gemeentehuis zitten doen, waar is dat aan uitgegeven?”. Het antwoord, deels gegeven in het rapport van de Rekenkamercommissie, is echter complex en gaat minstens over een periode van 12 jaar.

In financiële zin is het daarom goed dat de deze gemeenteraad zichzelf beperkingen heeft opgelegd. De nota schuldbeheersing begrenst het uitgavenplafond en maakt dat het aangaan van verplichtingen met de grootst mogelijke zorgvuldigheid, nog meer dan voorheen, moeten worden bekeken en afgewogen.

Schuldreductie is zo mogelijk het eerst waaraan gedacht moet worden wanneer er geld over zou zijn. Dat doe je immers bij je eigen huishouden ook?

Bij de discussies over de bestuurlijke toekomst van Voorschoten moet de vraag gesteld: Is er wel een gedeeld toekomstbeeld voor Voorschoten, is de informatievoorziening op orde? Er is daarvoor nog werk aan de winkel. Werk dat niet te lang kan wachten want Voorschoten moet een paar stevige keuzes maken. Keuzes die directe invloed hebben op de leefomgeving van mensen en dus om een weging van belangen vragen!

De financiële positie van Voorschoten dwingt namelijk de gemeente om na te denken over de manier waarop ze de financiën het best op orde kan brengen en houden door o.a. het aangaan van partnerschappen. 

Voorschoten maakt de bewuste keuze voor de Leidse regio. Een regio waar Voorschoten van  oudsher toe behoort maar die niet door iedereen als eerste keus wordt beschouwd.

In dat kader was het interessant om op de website van onze eigen OGLV te lezen dat tijdens het Spaanse beleg van de stad Leiden (1573-1574) Voorschoten werd omgebouwd tot een fort, een verdedigingswerk, een klein bolwerk. Het dorp als burcht. Je ziet het terug op een oude landkaart uit 1580, uitgebracht door Braun en Hogenberg. 

Het beleg heeft na het beëindigen ervan nog lang veel leed opgeleverd voor de Voorschotenaren. Want niet alleen de Spanjaarden maar uiteindelijk ook de geuzen en Leidenaren kwamen brandschattend langs in Voorschoten1. Deze en de meer recente historie verklaren misschien deels de wat argwanende houding ten opzichte van het hedendaagse Leiden. 

In het nu is Leiden echter in veel opzichten een partner als het gaat om de taken die op verschillende niveaus uitgevoerd moeten  worden. Aan het verstevigen van dit onderling vertrouwen zal de komende jaren zeker gewerkt moeten worden.

Materieel ligt er voor de komende jaren veel werk te wachten; in Voorschoten moet gebouwd gaan worden om jongeren, senioren en middeninkomens adequaat te kunnen huisvesten, de lokale economie doet het weliswaar goed maar vragen om structureel onderhoud, onze lokale infrastructuur vraagt dringend om groot onderhoud. 

Regionaal vragen werkgelegenheid, de grote grensoverschrijdende infrastructurele projecten en de zorg - waarbij ik met name mijn frustratie over de jeugdzorg benoem -, om actie. 

Ik prijs me gelukkig dat Voorschoten er in geslaagd is om, naast al haar materieel erfgoed, het immateriële erfgoed te bewaren. Het zijn uiteindelijk de mensen, de inwoners die dit van generatie op generatie overdragen. Het is een levende en dynamische vorm van erfgoed, die zich aanpast aan en mee verandert met de tijd. Het verbindt de gemeenschap die het beoefent en zich er mee identificeert. Dat erfgoed, dames en heren, is in mijn ogen nog belangrijker dan het materiele erfgoed.

 Ik rond af.

Voorschoten heeft de boel weer op de rit. De Commissaris van de Koning heeft daar vertrouwen in en zal de minister van Binnenlandse zaken en Koninkrijksrelaties verzoeken de vacature voor een Kroonbenoemde burgemeester open te stellen.

En om veel vragen te voorkomen: ik wacht de door de gemeenteraad op te stellen profielschets af om vanuit daar te bepalen of deze past bij mij. Tot dan blijf ik met veel plezier uw burgemeester.

 Ik – en ik hoop u ook - ga met vertrouwen 2019 in en  wens u en allen die u dierbaar zijn daarbij een gezond en gelukkig nieuw jaar.

Back To Top