Burgemeester Pauline Bouvy-Koene vertelt over haar eerste half jaar in Voorschoten. Foto | Gemeente Voorschoten

Voorschoten – Een half jaar is ze waarnemend burgemeester van Voorschoten. Tijd voor burgemeester Pauline Bouvy-Koene om verslag te doen van wat haar is opgevallen. Dat doet ze in een open brief. Er moet orde op zaken worden gesteld, aldus de burgemeester.

Er is de afgelopen zes maanden veel gebeurd in het dorp. Een slechte bestuurskrachtmeting, financiële problemen, onder toezicht stelling van de provincie, herstelplan, Avalex en de positie van Voorschoten in de regio.

De burgemeester constateert dat verschillende wethouders zich met verschillende delen van hetzelfde project of dossier bezig houden. Daardoor is er onvoldoende coördinatie, vindt ze. ‘Het is niet alleen voor de inwoners maar ook voor de ambtelijke organisatie niet helder wie nu aar over gaat. De communicatie is versnipperd en een centrale lijn is niet helder.’ Als voorbeeld noemt zij het dossier Avalex. ‘De ene wethouder praat met ondernemers, de andere met en over Avalex, de derde over de ruimtelijke ontwikkeling en bestemmingsplannen.’

Gemeenteraad
Ook constateert ze dat er in de gemeenteraad veel wantrouwen is. ‘Mij werd in de gesprekken die ik met alle fracties voerde snel duidelijk dat er tussen oppositie en coalitie een kloof zit. Het elkaar ‘iets gunnen’ zit, voor wat betreft de gemeenteraad, niet echt in de cultuur. Dat is overigens niet alleen zo in Voorschoten maar ook in andere gemeenten het geval.’ En net als haar Wassenaarse collega Charlie Aptroot, heeft ze het besluit genomen dat er geen gesprekken onder vier ogen meer worden gevoerd. ‘Voor wat betreft het college betekent dit dat geen bestuurlijke gesprekken gevoerd worden zonder ambtelijke ondersteuning. Voor gemeenteraadsleden geldt het betrachten van uiterste zorgvuldigheid. De vraag: “beslis ik zonder last of ruggespraak?” zou een ieder zich permanent moeten afvragen.

Werkorganisatie
‘Het samenspel en de wisselwerking tussen gemeenteraad, College van Burgemeester en Wethouders en de Werkorganisatie vertoont zwakheden’, aldus Bouvy-Koene. ‘Te gemakkelijk wordt er gezegd dat er bezuinigingen te behalen zijn op de Werkorganisatie. Het schrappen in de budgetten voor de Werkorganisatie, zonder aan te geven wat er op het gebied van beleidsontwikkeling en -uitvoering kan worden gestopt, is in mijn ogen onverantwoord en niet effectief. De Werkorganisatie doet veel dubbel werk in de productie van gelijksoortige voorstellen voor twee gemeenten. Dit kan naar mijn idee efficiënter. Om de kwaliteit van de stukken te verhogen moet er worden gewerkt aan de harmonisatie van werkprocessen tussen Wassenaar en Voorschoten in afstemming met de griffie.’ Een centrale huisvesting van de Werkorganisatie kan volgens de burgemeester helpen. ‘Het zorgt er voor dat lijnen korter zijn zowel in afstand als fysiek. Daardoor kan er sneller geschakeld worden en kunnen er beter en sneller afspraken gemaakt worden.’ Verder wijst ze op het feit dat de WODV niet alleen voor twee gemeenten maar ook voor twee regio’s moet werken.

Conclusie
De gemeente Voorschoten zal hard moeten werken om de bestuurskracht op orde te krijgen. Er moet een langjarig sluitende begroting komen, een keus worden gemaakte voor een bestuurlijke partner en de daarbij behorende regio, vindt Bouvy-Koene. ‘Zowel de bestuurskrachtmeting als de onder toezichtstelling van de provincie dwingen Voorschoten ertoe om na te denken over haar bestuurlijke toekomst.’ Wordt het de Leidse regio waarbij in eerste instantie aan een lichte vorm van samenwerking wordt gedacht maar waar een bestuurlijke fusie toch het uiteindelijke doel is? Zo ja, dan heeft dat gevolgen voor de samenwerking met Wassenaar en met name de positie van de gezamenlijke werkorganisaties. ‘Belangen van alle partijen moeten zorgvuldig worden afgewogen. Vooralsnog blijft de gemeente Wassenaar onze primaire strategische partner en handelen we dienovereenkomstig. Efficiënt werken wordt belemmerd door het feit dat Voorschoten en Wassenaar een andere regionale oriëntatie hebben. Indien het mogelijk is (meer) te kiezen voor een zelfde regionale indeling dan zal dat een flinke werkdrukvermindering betekenen naast een mogelijke kwaliteitsslag en versterking van de regionale invloed!’

De volledige brief is te lezen op www.voorschoten.nl

 

 

Back To Top