Het echtpaar Van Beek en loco-burgemeester Beimers. Foto | Marjolein Altena

Voorschoten – Toen meneer Van Beek lang geleden een dagje naar Leiden ging zag hij daar een leuk meisje. Het was liefde op het eerste gezicht, van beide kanten. Die dag kregen ze verkering en “dat is nooit meer overgegaan.” Afgelopen maandag  was het paar 60 jaar getrouwd en vandaag kwam loco-burgemeester Beimers feliciteren.

Na de ontmoeting in Leiden zagen de twee verliefden elkaar in die eerste jaren niet vaak. “Wij woonden op de Koninklijke Marinelaan”, vertelt meneer. “Die huizen staan er nu niet meer. Maar ik werkte bij Hendriks, de komkommerteler aan de Rouwkooplaan. Lange dagen waren het. ’s Nachts om drie uur opstaan en om half vier beginnen. Ik was dan ’s avonds om kwart over acht thuis en had niet meer de moed om naar Leiden te gaan.”

Ook was er nog het probleem dat ze in de verte familie waren. Onze grootouders bleken broer en zus te zijn, we waren dus achterneef en –nicht. Daar moesten we een speciale vergunning voor aanvragen.”

Maar in 1956 werd er getrouwd. In de Petruskerk aan de Lammenschans in Leiden. Het paar kwam aan de Rouwkooplaan te wonen. “We hebben nog even ingewoond bij mijn schoonouders maar konden al snel dit huis krijgen”, gaat mevrouw verder. “Mooie tijd, ook voor onze twee dochters die hier alle ruimte hadden om te spelen.  Ze hebben heel wat kattenkwaad uitgehaald. ’s Avonds maakte ik keukens schoon bij Tielsa, waar nu Hulshof zit.”

Het huis aan de Rouwkooplaan was een oud pand en het vertoonde scheuren. Bovendien wilde men er een nieuwe fabriek bouwen waar de tuin aan opgeofferd werd. En dus verhuisde het gezin begin jaren 70 naar Vlietzicht. “Net na ons vertrek ontplofte de fabriek van Nefaboline. Een enorme klap en flinke brand!", vertellen ze.

Na een aantal jaren kreeg meneer een nieuwe baan en ging bij de gemeente Leidschendam werken. “Niet lang gedaan, het was echt heel zwaar werk. Daarna ben ik bij de plantsoenendienst van de gemeente Voorschoten terecht gekomen. Daar werkten al mijn broers.”

Naast de opvoeding van de dochters en de zorg voor het huishouden was mevrouw ook een getalenteerde borduurster.  “Op een gegeven moment was ik wat overspannen en de huisarts zei, zoek eens een hobby, ga borduren. Nou, dat heb ik gedaan”, en ze wijst op prachtige kleden die ingelijst aan de muur hangen. “Bij de winkel van Pijpers hingen ze in de etalage. Ik kon ze zelfs voor 400 gulden verkopen maar dat heb ik nooit gedaan”, vertelt ze trots.

Het feest voor familie en vrienden was afgelopen maandag in het Wapen van Voorschoten. Daar kwam zelfs een accordeonist want meneer was in het verleden zelfs een verdienstelijk accordeonist en organist. “Hij heeft heel wat feesten opgeluisterd!”

Het paar is inmiddels halverwege de 80 en geniet nog een goede gezondheid. Het lopen gaat wat minder en ook horen is niet zo best maar ze wonen nog zelfstandig, koken zelf en doen ook de was nog. Alleen voor het schoonmaken hebben ze hulp. Meneer en mevrouw hebben vier kleinkinderen en zelfs twee achterkleinkinderen.

Back To Top