Voorschoten - Vorige week verscheen in diverse media het bericht, dat de Ruit rond Eindhoven niet doorgaat, omdat het economische voordeel daarvan niet opweegt tegen het nadeel voor de natuur. Voor Wim ter Keurs, voorzitter van de Stichting Behoud Stad, Natuur en Landschap Rijnland en het Bewonersgroepenoverleg RijnlandRoute, reden om te reageren:

"Merkwaardig is, dat de Tweede Kamer niet net zo’n beslissing heeft genomen over de RijnlandRoute ten zuiden van Leiden. Dat project lijkt in verschillende opzichten namelijk als twee druppels water op de Ruit rond Eindhoven. Ook voor de RijnlandRoute heeft het kabinet honderden miljoenen gereserveerd, ook daar wordt al jaren met smart gewacht op het wegnemen van knelpunten op de bestaande wegen en ook daar wordt getwijfeld aan het nut van een hele nieuwe verbinding. En ook de RijnlandRoute dreigt de natuur in de Ecologische Hoofdstructuur aan te tasten en ook voor de RijnlandRoute moet hoognodig een nieuwe MKBA (maatschappelijke kosten/batenanalyse) worden gemaakt.

Er zijn zelfs sterkere redenen om voorlopig geen geld aan de RijnlandRoute te besteden: zo heeft het kabinet voor de RijnlandRoute 2x zoveel (ruim een half miljard) gereserveerd als voor de Ruit rond Eindhoven, terwijl uit de MKBA voor de RijnlandRoute toch blijkt dat de weg ruim driehonderd miljoen meer kost dan hij oplevert.

Voor de RijnlandRoute hebben rijk en provincie afspraken met elkaar gemaakt op basis van aantoonbaar onjuiste uitgangspunten. Daarmee zijn ze dus in feite samen de verkeerde weg opgegaan. De vraag is of dat feit per se moet inhouden, dat hoe dan ook op de verkeerde weg moet worden voortgegaan. Dat lijkt ons geen juiste invulling van het concept van ‘de betrouwbare overheid’ en ook geen juiste invulling van het beginsel dat bestuurlijke overeenkomsten nagekomen behoren te worden.

Gewijzigde omstandigheden en nieuwe inzichten moeten immers aanleiding kunnen zijn om te (laten) onderzoeken of op de ingeslagen weg moet worden voortgegaan. Niet voor niets liet minister Schultz eind 2012 voor de behandeling van haar begroting dan ook zelf al weten, dat - gezien de bezuinigingsopdracht voor haar ministerie - niet alle "beloftes (…) waargemaakt (kunnen) worden" en dat verschillende afspraken met regionale overheden opengebroken moesten worden.

Uit een rapport van het CE Delft  bleek, dat de RijnlandRoute maatschappelijk niet rendabel is en dat ook niet zal worden: de verkeersgroei ligt sinds 2010 onder het laagste groeiscenario en ook de congestie ligt daar de komende jaren onder, tot 2020 zal de te verwachten ontwikkeling rond het laagste groeiscenario liggen en hierdoor geldt voor veel MIRT-projecten inclusief de RijnlandRoute dat het zeer onwaarschijnlijk is dat ze economisch rendabel zijn.

Voor de PvdA-fractie in Provinciale Staten van Zuid-Holland was dit aanleiding om haar standpunt ten aanzien van de RijnlandRoute te herzien, zich tegen de aanleg van de extreem dure nieuwe verbinding te keren en te pleiten voor de aanpak van de knelpunten op de bestaande route.

Wonderlijk, dat de PvdA-fractie in de Tweede Kamer deze lijn niet gevolgd heeft … Wonderlijk ook dat het feit dat het hier om een zeer onrendabele verbinding gaat in de Kamer kennelijk geen enkele rol heeft gespeeld … Ook niet voor D66, dat enige tijd geleden toch voorstelde, "dat minister Melanie Schultz van Haegen uitrekent hoeveel de files op snelwegen afnemen, per in asfalt geïnvesteerde euro".

Een jammerlijk gemiste kans dus. Zo komt slordige besluitvorming automatisch bij de bestuursrechter terecht … Het woord is nu weer aan Provinciale Staten van Zuid-Holland. Hopelijk heeft het gezegde ‘beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald’ daar nog wel betekenis. Alleen al het feit, dat de provincie zich voor een aantal decennia financieel klem zou zetten voor deze onrendabele weg, moet toch een goede reden zijn om ervan af te zien."

Back To Top